Zand, zand, zand
Zand op je boterham, zand in je paard!? Ja echt! Wij als paardenartsen van DAP Horst hebben de afgelopen tijd (herfst) veel paarden gediagnostiseerd met koliek ten gevolge van de opname van grote hoeveelheden zand. In onderstaande tekst wordt ingegaan op de risicofactoren voor een verhoogde opname van zand, de verschijnselen van zandkoliek, de diagnostische mogelijkheden en de therapie dan wel het preventieve management.
Risicofactoren zandkoliek
Het type grond waarop een paard staat, vormt op zich ook geen risico. Wanneer paarden op een kale grond lopen is er geen verhoogd risico op opname van zand, echter wanneer er weinig gras (1-5cm lang) in een paddock staat, bestaat er een hoger risico op zandopname. Wanneer van de grond gevoerd wordt op een paddock zonder gras of met weinig gras, geeft dit een verhoogd risico. Paarden die op kleigrond staan, lopen het minste risico om zand op te nemen. Om zandopname te beperken kan er beter niet van de grond worden gevoerd, mits er lang gras op de weide staat.
Verschijnselen van zandkoliek
Er zijn vele redenen waardoor een paard koliek kan vertonen. Zandophoping in de dikke darm is daar één van. Van paarden die zand opnemen wordt gezegd dat zij in staat zijn 80% van de opgenomen hoeveelheid zand zelf uit te scheiden. De overige 20% blijft in de darm achter, kan ophopen en kan op den duur een impactie (verstopping) veroorzaken. Wanneer grote hoeveelheden zand ophopen, kan dit leiden tot ongemak bij het paard.
Het paard zal milde tot ernstige koliekverschijnselen gaan vertonen, oogt soms dof, verliest gewicht en presteert minder dan anders. Zand schuurt de maag, maar ook de darmwand! Door beweging van zand langs de darmmucosa (darmwand) ontstaat schade, ten gevolge waarvan de darmwand minder goed in staat zal zijn voedingsstoffen en water op te nemen. Hier ten gevolge van kan intermitterende (af en aan) diarree optreden.
Hoe weet ik dat het zandkoliek is?
Om te bevestigen dat zand de oorzaak is van koliek bij een paard moeten eerst een heleboel andere oorzaken worden uitgesloten. Deels kan dit met het algemene en aanvullende onderzoek dat wij doen, wanneer we bij een paard met koliek komen. Om een vermoeden te krijgen of zand mogelijk een rol speelt (om een waarschijnlijkheidsdiagnose te stellen) kan de sedimentatie(handschoen)test gedaan worden, kan er een echo van de darmen worden gemaakt en/of kunnen er röntgenfoto’s van de buik van de patiënt worden gemaakt. De in de praktijk meest geëigende methode is het nemen van een mestmonster om daar vervolgens water bij te doen en te wachten tot eventueel zand in de mest is uitgezakt naar de vingers van de handschoen. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met het feit dat zand intermitterend wordt uitgescheiden.
Therapie
Wanneer een paard wordt aangeboden, waarbij wij de waarschijnlijkheidsdiagnose zandkoliek stellen, zullen wij als dierenarts er in eerste instantie alles aan doen om het uw paard zo comfortabel mogelijk te maken. Daarna is het management aan u! Het bijvoeren van psylliumzaden (vlozaad) heefthierbij een significant effect op de evacuatie van zand uit de darmen. Psyllium ondersteunt en stimuleert de darmmotoriek, daar waar de paraffineolie alleen bescherming van de darmwand biedt. Onderzoek heeft uitgewezen dat paarden die niet met psyllium en/of paraffineolie waren behandeld een zes keer kleinere kans hadden om te overleven.
Hoe voorkom ik zandkoliek bij mijn paard?
– Zorg dat een paard kan voldoen aan zijn of haar ruwvoerbehoefte. De ruwvoerbehoefte van een paard (in kilo’s droge stof) komt neer op 1% van het lichaamsgewicht. Aangezien gras, hooi, kuilvoer en alle andere (ruw)voeders ook voor een deel uit water bestaan, heeft een volwassen paard (600kg) ongeveer 7.5kg hooi, 9kg kuilgras of 35kg gras per dag nodig. Als vuistregel kan worden aangehouden dat een paard in de wei 0.16kg droge stof/uur/100kg lichaamsgewicht kan opnemen, wanneer het gras hoger is dan 5cm. Een volwassen paard moet op een volle weide dus ongeveer 6.5 uur grazen om aan de ruwvoerbehoefte te voldoen.
– Wanneer een paard op een schrale weide staat, is het beter het paard op de weide bij te voeren met ruwvoer dan op stal. Gedurende de lange periodes die een paard op de weide staat, zonder extra ruwvoer, zal het proberen te voldoen aan de ruwvoerbehoefte, waarvoor korte sprietjes gras uit de grond worden getrokken, waarbij ook wortels met zand worden opgenomen.
– Om te voorkomen dat een weide verschraalt, waardoor de kans op zandopname toeneemt, kan strip grazing worden toegepast, waarbij iedere dag een klein stukje weide extra aan de paarden beschikbaar wordt gesteld. Door aan de andere kant een stukje kaalgegraasde weide af te zetten, krijgt het grasland hier de kans zich weer te herstellen.
– Voer niet van de grond! Om te voorkomen dat paarden te veel zand opnemen, wanneer zij krijgen bijgevoerd, dient het ruwvoer te worden aangeboden in een ton, ruif of hooinet. Door onder het hooi rubber matten te leggen, wordt voorkomen dat gemorst ruwvoer alsnog vol met zand komt te zitten.
– Hooipartijen kunnen, doordat de maaimachine te diep is ingesteld en er veel grond wordt meegemaaid, ook aanzienlijke hoeveelheden stof en grond bevatten. Wanneer dit aan het hooi te zien is, kan het hooi kort (20 minuten) worden geweekt, waardoor het zand uitzakt.
De dierenarts staat voor u klaar
Hopelijk voorkomen de eerdergenoemde preventieve maatregelen dat uw paard uiteindelijk last zal krijgen van zandkoliek. Heeft u het vermoeden dat uw paard last heeft van (zand)koliek? Twijfel dan nooit contact met uw eigen dierenarts op te nemen. Zij staan u graag te woord en staan dag en nacht voor u en uw trouwe viervoeter klaar!
Vragen?
Heeft u vragen stel ze gerust: [email protected]