Laat u uw hond ook jaarlijks vaccineren tegen de ziekte van Weil?
Dat is wel zo verstandig!
Wat is Leptospirose?
Leptospirose is vaak beter bekend onder de naam ‘de ziekte van Weil’. Dit is een bacteriële infectie die nare gevolgen kan hebben voor de nieren en lever. Leptospiren zijn bacteriën, die zich kunnen vermeerderen in het bloed. Ze produceren toxinen, ofwel gifstoffen, die bloedvaten beschadigen en zo bloedingen veroorzaken. Met name de nieren en de lever worden aangetast, maar ook andere organen. De ziekte zien we vooral in de zomer en herfst.
Hoe vindt de besmetting plaats?
De bacterie wordt uitgescheiden via de urine van (wilde) knaagdieren. Uw hond kan besmet worden als de bacteriën vanuit de omgeving in aanraking komen met de slijmvliezen of wondjes. Besmette honden scheiden op hun beurt de bacterie weer uit via de urine. Honden die aan elkaar geslachtsdelen likken, kunnen zo elkaar besmetten. Zo kunnen ook andere huisdieren en uzelf besmet raken. Ook door bloed-bloedcontact kan besmetting plaatsvinden.
We horen vaak in de spreekkamer dat honden alleen risico lopen als ze in het water komen. Maar is dit feit of fabel? Aangezien knaagdieren niet alleen langs het water lopen, maar ook op grasvelden en in de stad, kan uw hond in feite overal besmet raken. Het is dus duidelijk een fabeltje. Uw hond loopt wel meer risico wanneer deze zwemt, van natuurwater drinkt of gras eet of meedoet met de jacht. De leptospirose bacteriën overleven namelijk het langst in stilstaand en traag stromend water en vochtige grond.
Wat zijn de symptomen?
De tijd tussen besmetting en ziek worden is ongeveer 5-15 dagen. Bij honden kan de ziekte acuut optreden waarbij koorts, sufheid, braken, diarree, veel drinken en plassen, slechte eetlust, geelzucht en bloedverlies met de urine kunnen voorkomen. Als de hond niet tijdig wordt behandeld, is het verloop vaak dodelijk. Als honden de acute vorm overleven, kan zich een chronisch ziektebeeld ontwikkelen als gevolg van blijvende orgaanschade of er treedt herstel op.
Gevaarlijk voor mensen en andere dieren!
Leptospirose is een ‘zoönose’. Dat betekent dat het een ziekte is die overgedragen kan worden van dieren op mensen. De ziekte wordt bij mensen gekenmerkt door het optreden van griepachtige verschijnselen. Bijvoorbeeld hoofdpijn, koorts, spierpijn, misselijkheid en braken. De ziekteverschijnselen kunnen mild zijn, maar sommige mensen ontwikkelen ook nier en/of leverfalen. Bij zwangere vrouwen kan het leiden tot abortus. Neem dan ook altijd contact op met uw huisarts indien u contact heeft gehad met een dier met leptospirose.
Tegenwoordig is ook bekend dat katten leptospirose kunnen krijgen. Vooral de echte jagers lopen een hoger risico. Ziekteverschijnselen bij de kat zijn waarschijnlijk milder dan bij de hond, maar zouden wel een rol kunnen spelen bij het ontwikkelen van chronisch nierfalen.
Hoe stellen we de diagnose?
We kunnen met bloed- en urineonderzoek de aanwezigheid van leptospiren aantonen. Dit kan soms nog best lastig zijn. Bij een verdenking op leptospirose zullen we dan ook vast starten met de behandeling.
Waaruit bestaat de behandeling?
Dieren met leptospirose worden opgenomen in de kliniek, aan het infuus gelegd om lever- en nierschade te beperken en behandeld met een antibioticum. Twaalf uur na het starten met het antibioticum vindt er meestal geen uitscheiding van leptospiren in de urine meer plaats en is de hond dus niet meer besmettelijk. De hond zal nog wel onder behandeling en controle moeten blijven.
Wanneer een hond leptospirose heeft, is het vaak verstandig om de andere honden in huis ook te behandelen en eventueel te vaccineren indien dit niet jaarlijks gebeurd is.
Hoe is leptospirose te voorkomen?
Gelukkig bestaat de mogelijkheid om uw hond tegen leptospirose te beschermen. Er bestaan vele verschillende varianten van de leptospirose bacteriën. Tot voor kort waren er 2 varianten die vaker voorkwamen. Recent blijkt dat er steeds vaker infecties optreden met 2 andere varianten. Er is nu een nieuw vaccin beschikbaar dat tegen alle 4 de varianten bescherming biedt. Dit vaccin dient als basis twee keer toegediend te worden met 3-4 weken tussentijd en daarna jaarlijks herhaald te worden. Indien het langer dan 18 maanden geleden is dat uw dier gevaccineerd is tegen leptospirose, dient opnieuw de basisvaccinatie gegeven te worden.
Heeft vaccinatie wel zin?
In de spreekkamer horen we vaak dat vaccinatie tegen de 4 varianten van leptospirose geen zin heeft, omdat er in totaal meer dan 250 varianten bestaan. Dat klinkt logisch toch? De 4 varianten van leptospirose in het vaccin zijn de varianten die in Europa het meest bij honden met leptospirose worden gevonden. Dit zijn de serovars Canicola, Icterohaemorrhagiae, Grippotyphosa en Australis. Ook al zal geen enkel vaccin 100% bescherming bieden, vaccinatie vermindert zowel de kans op het optreden van leptospirose als de ernst van de ziekteverschijnselen. Ook zorgen vaccins ervoor dat de uitscheiding van de bacteriën met de urine vermindert, waardoor het risico op verdere verspreiding afneemt.
Kan ik mijn hond laten ‘titeren’ voor leptospirose?
Het is niet mogelijk om voor leptospirose een titerbepaling (meting van de antistoffen) te laten doen. Er is geen verband aangetoond tussen de hoogte van de titer en de bescherming tegen ziekte.
Is het al weer meer dan een jaar geleden dat uw hond gevaccineerd is,
maak dan een afspraak!
Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: [email protected]
Neem gerust contact met ons op: [email protected]
Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl