Melkkliertumoren hond

Wat zijn het? Melkkliertumoren zijn veelvoorkomende tumoren. Ze komen vooral voor bij oudere teven die niet of pas op laterale leeftijd gecastreerd zijn. De kans dat een intacte, niet gecastreerde teef een melkkliertumor krijgt is ruim 10%. Castratie van teven op jonge leeftijd (voor de 1e loopsheid) zou de kans op het ontwikkelen van melkkliertumoren met meer dan 90% verminderen. Castratie na de 3e loopsheid zou geen effect meer hebben. In recente literatuur (2012) wordt deze stelling enigszins in twijfel getrokken. Ondanks het ontbreken van hard bewijs, is het ons advies om teven waar niet mee gefokt wordt, tussen de 1e en 2e loopsheid te castreren. Melkkliertumoren kunnen zowel goed- als kwaadaardig zijn. In ongeveer de helft van de gevallen gaat het om een kwaadaardige tumor. Dat betekent dat deze kan uitzaaien naar bijvoorbeeld de longen of de lymfeklieren.

Wat zijn de symptomen?

De melkkliertumoren kunnen in een of meerdere melkklierpakketten voorkomen en voelen aan als knobbeltjes of een zwelling. Ze kunnen erg groot worden of gaan ontsteken. Hoe groter de tumor wordt, hoe groter de kans dat deze gaat uitzaaien. Wacht daarom niet af!

Hoe stellen we de diagnose?

Vaak kunnen we op basis van het klinisch beeld al een sterke aanwijzing krijgen dat het om een melkkliertumor gaat. In tegenstelling tot bij veel andere tumoren, is verder onderzoek met cytologie weinig informatief. De definitieve diagnose kan pas gesteld worden door weefselonderzoek na verwijdering van de melkklier met een operatie.

Waaruit bestaat de behandeling?

Voorafgaand aan de operatie is het verstandig te onderzoeken of er uitzaaiingen aanwezig zijn door middel van röntgenfoto’s van de longen. Afhankelijk van de situatie kunnen operatief een of meerdere melkklieren worden weggenomen tijdens 1 of meerdere operaties. Gelijktijdige castratie van de teef kan de groei van nieuwe tumoren mogelijk in enkele gevallen remmen.

Vragen?

Literatuur

• Beauvais, W., Cardwell, J. M. and Brodbelt, D. C. (2012), The effect of neutering on the risk of mammary tumours in dogs – a systematic review. Journal of Small Animal Practice, 53: 314–322. doi: 10.1111/j.1748-5827.2011.01220.x
• Kristiansen, V.M., Peña, L., Díez Córdova, L., Illera, J.C., Skjerve, E., Breen, A.M., Cofone, M.A., Langeland, M., Teige, J., Goldschmidt, M. and Sørenmo, K.U. (2016), Effect of Ovariohysterectomy at the Time of Tumor Removal in Dogs with Mammary Carcinomas: A Randomized Controlled Trial. Journal of Veterinary Internal Medicine, 30: 230–241. doi: 10.1111/jvim.13812